zaterdag 26 mei 2012

Waterroute

Het lot bepaalde dat wij maandag niet richting Normandië vertrokken, maar oostwaarts. O.a. naar Maroilles in de streek Avesnois. Dat stond immers ook nog op ons verlanglijstje. Eenmaal onderweg zag ik dat we door Cateau-Cambrésis zouden rijden. Een goede gelegenheid om daar het museum van Henri Matisse te bekijken. Jeroen ging de honden laten rennen en ik ging een rondje cultuur snuiven. Uiteindelijk denk ik dat ik geen echte Matisse liefhebber ben. Wel blij dat ik gegaan ben, want één schilderij van de tijdelijke expositie van Henri-Edmond Cross deed mijn mond openvallen. Hij stond bij de ingang van de expositie. Het was net of ik de tuin inkeek. Ook leek het wel geborduurd. In het echt is hij natuurlijk 10x mooier!

In Maroilless volgden we het bordje ‘camping le moulin de près’. En zo gebeurde het dat we die avond, zeer vertrouwd, naast een rivier sliepen. 


Het is de Helpe Mineur die door Marroilles loopt. Onze avondwandeling was in de bocage naast de camping. Een ons nog onbekend landschap. Het woordenboek vertaalt het als coulisselandschap. Dit is de omschrijving die Wikipedia geeft:
“Een coulisselandschap is een halfopen landschap dat door de beplanting en bebouwing het karakter van een toneel met coulissen heeft. De beplantingen bestaan vooral uit houtwallen en heggen. Tijdens een gang door een coulisselandschap ziet men hierachter landschapselementen verdwijnen en even later weer verschijnen.”

We waren erg onder de indruk van het landschap. Jeroen kon niet meer ophouden met foto’s maken.

De volgende ochtend het stadje bekeken.  O.a. de grote abdij molen. 



En drie keer raden wat we kochten. … In één keer goed. Een welriekende Maroilles kaas én een Maroilles kaastaart.  Ook nog wat kaas kaarten gevonden voor mijn nieuwe hobby Postcrossing.

Aangezien het thema van de reis kennelijk water en/of watermolens was wees de camping baas ons in de richting van de molen van Grand Fayt. 


Geheel gerestaureerd en nu monument. Inderdaad zeer de moeite waard om te zien. We stonden meteen met onze neus in de goede richting, want we wilden ook wel eens het plaatsje Chimay in België bekijken. En, minder romantisch, om daar eindelijk wat gas te kunnen tanken. De gaspomp zat op slot, maar we vonden mooie flessen biologisch bier en huisgemaakt Belgische bonbons.

We reizen verder op onze waterroute. Onbedoeld (?)zijn we beland op de route de la vallée de L’Oise. (vallei van de Oise rivier) Weer terug in Frankrijk. Op een ieniemienie weggetje zie ik een ieniemienie bordje camping. Toen we gekeerd waren om die weg in te slaan, kon ik het bordje zelfs niet meer vinden. Maar enfin, een ontzettend aardige mijnheer wijst ons een plekje. We hebben het rijk voor ons alleen. Er is helemaal niemand anders.  Rustig, ruim én rustiek. (Denk bij rustiek aan hurktoilet en half verlichte wasruimtes.) De dag sloot af met de eerste zon sinds dagen!

Trouw blijvend aan ons waterthema, hebben we de laatste dag de bron van de rivier de Somme opgezocht.


Een leuke plek om te wandelen. Honden lekker los, want weer geen mens te bekennen. Kom daar in Nederland maar eens om! 


De picknick tafel stond klaar voor onze lunch. Via een mooie binnendoor route reden we terug naar Arras, waar we via het “vaste padje” terugreden naar huis.

Een klein reisje, maar wel heel veel nieuwe dingen gezien. Op hele korte afstanden, hele verschillende landschappen en architectuur.  Ooit een muziektent gezien op een paal? In de Avesnois vind je deze:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten